Ieder jaar worden er in Nederland duizenden faillissementen uitgesproken, daarnaast wordt op veel natuurlijke personen de schuldsanering van toepassing verklaard. Het is een ingrijpende maatregel waarbij de curator het vermogen van de schuldenaar moet liquideren en zo mogelijk uitdelen. De faillissementswet dateert uit 1896 en is sindsdien talloze malen aangepast maar een fundamentele herziening blijft uit.
Resent is de wet WHOA ingevoerd die een onderhands dwangakkoord mogelijk maakt.
De cursus richt zich eerst op de faillietverklaring zelf: wat is daarvoor nodig en wat zijn de directe gevolgen voor schuldenaar en schuldeisers, met name voor lopende overeenkomsten en beslagen/uitwinningen en de bekende zekerheidscrediteuren. Vaak zijn er handelingen door de failliet verricht met het doel schuldeisers te benadelen. Is dit iets wat de curator aan moet pakken of kan een individuele schuldeiser ook iets doen?
Bij een bedrijf moet vaak snel worden gehandeld in verband met een mogelijke doorstart: wat kan daarbij wel en niet. Het populaire beeld is dat iedere debiteur gemakkelijk kan doorstarten met het achterlaten van teleurgestelde schuldeisers. Dat beeld verdient wel de nodige nuancering.
De curator gaat als er zicht is op actief de balans opmaken en kijken wie waar recht op heeft: fiscus en financiers staan nog altijd voor in de rij.
Faillissementen kunnen zeer, zeer lang duren door discussies tussen schuldeisers.
Doelgroep: gerechtsdeurwaarders en ervaren incassomedewerkers
Cursusduur: een dagdeel en bij de KBvG worden 4 PE punten geaccrediteerd.
Cursuskosten: € 250,-- excl. Btw
Docent: mr. Jan Dirk van Vlastuin, advocaat bij Bouwman Van Dommelen Advocaten